Er bestaan diverse behandelingsmogelijkheden voor het verbeteren van de
luchtpassage bij OSAS-patiënten. Primair spelen de diagnostische bevindingen bij de
therapiekeuze een grote rol. Verder is een algemene richtlijn om patiënten met
minder ernstige gradaties van luchtwegobstructies voor minder ingrijpende
behandelingen in aanmerking te laten komen.
Conventionele maatregelen
Bij veel patiënten zullen in eerste instantie conservatieve maatregelen geïndiceerd
zijn. Conventionele therapie kan bestaan uit gewichtsvermindering,
alcoholabstinentie in de avond, stoppen met roken, het vermijden van sederende
medicatie en positietherapie indien de AHI in rugligging meer dan twee maal hoger is
dan in zijligging (positieafhankelijk OSAS). Het effect van deze behandelingen op
lange termijn is echter meestal teleurstellend. De klinische effectiviteit van
medicamenteuze behandeling is nihil. Geneesmiddelen worden derhalve voor de
behandeling van OSAS niet aanbevolen.
MRA
De afgelopen decennia zijn mandibulaire repositie-apparaten (MRA’s) in toenemende
mate in de belangstelling komen te staan. Deze intraorale apparaten houden de
onderkaak, tong en faryngeale structuren tijdens de slaap in een voorwaartse stand,
waardoor de luchtwegdoorgankelijkheid wordt vergroot. Nadeel van deze methode is
dat op kortere en middellange termijn een onomkeerbare kaakstandverandering kan
optreden en door oprekking van de banden de werking teniet wordt gedaan. Hierdoor
is sedert 10 jaar de tongrepositie apparatuur meer en meer verkozen.
TRA / SnörEx®:
De tongrepositie apparaten houden de tong en faryngeale structuren in positie.
Hierdoor wordt de luchtwegdoorgankelijk gewaarborgd, zoals dat in waaktoestand
door spieractiviteit is geregeld. De bijwerkingen welke aan behandeling met MRA
kleven zijn hiermee niet van toepassing. De wereldwijd gepatenteerde SnörEx® is
erkent als een gedegen behandeling tegen obstructieve slaapapneu.
Daarnaast is de SnörEx ideaal voor mensen welke last hebben van snurken.
CPAP
Bij CPAP-behandeling (continuous positive airway pressure) wordt lucht door een
apparaat via de neus in de bovenste luchtweg geblazen. Deze positieve druk
voorkomt collaps van de bovenste luchtweg, waardoor obstructieve apneu s en
hypopneus worden tegengegaan. CPAP’s bestaan in diverse variëteiten, met als
belangrijkste verschil een vaste of een automatische (APAP) instellingsdruk. Deze
laatste vorm geeft meer of minder druk naargelang de ernst van de obstructie
gedurende de nacht. Verder bestaat er expiratiedrukverlagende CPAP (EDV-CPAP),
waarbij de druk tijdens het uitademen afneemt. Ook zijn er types waarbij de
inademings- en uitademingsdruk onafhankelijk kunnen worden ingesteld
(BilevelPAP). Patiënten, die volledig van beademing afhankelijk zijn, worden via een
beademingscentrum met beademingsapparatuur behandeld. CPAP is de standaard
behandeling bij patiënten met ernstig OSAS. Bij matig OSAS moet CPAP naast andere
behandelopties worden overwogen. CPAP is bij licht OSAS bij hoge uitzondering p-
geïndiceerd.
Chirurgie
Chirurgische behandelingsopties bij OSAS kunnen worden onderverdeeld in
neuspassage verbeterende operaties, verkleinen van huig, keelamandelen en delen
van het gehemelte (uvulopalatofaryngoplastiek, UPPP), ingrepen op tongbasis niveau
(hypofaryngeale chirurgie), gelijktijdig uitgevoerde ingrepen op gehemelte en
tongbasis niveau (multilevelchirurgie), kaakosteotomie en tracheotomie. De keuze
voor deze behandelingsmogelijkheden wordt vaak mede gemaakt op grond van
resultaten van (slaap)endoscopisch onderzoek, waarbij obstructies van de bovenste
luchtweg zijn vastgesteld. Neusdoorgankelijkheid bevorderende behandelingen, zoals
neusseptumcorrectie en conchachirurgie, zijn weinig effectief gebleken als
behandeling van OSAS. Wel kunnen deze operaties worden overwogen bij niet-
operatieve behandelingen zoals CPAP, waarbij een voldoende neusdoorgankelijkheid
gewenst is.
UPPP kan worden overwogen bij patiënten met licht tot matig OSAS, een BMI kleiner
dan 30 en (slaap)endoscopisch gediagnosticeerde obstructie achter het palatum
molle. Procedures die tegenwoordig veel voor hypofaryngeale chirurgie bij OSAS
worden gebruikt zijn: verstevigen van de tongbasis (radiofrequente thermotherapie
van de tongbasis, RFTB), vastzetten van het tongbeen (hyoïdthyroïdpexie, ook wel
hyoïdsuspensie) en aanspannen van de m. genioglossus (genioglossus
advancement). Er zijn aanwijzingen dat diverse vormen van hypofaryngeale chirurgie
bij een obstructie op tongbasis niveau betere resultaten geven dan UPPP.
Hyoïdthyroïdpexie en genioglossus advancement kunnen worden overwogen bij
patiënten met matig OSAS en bij patiënten voor wie behandeling met CPAP geen
optie (meer) is. Voor patiënten met ernstig OSAS en obstructie op gehemelte en
tongbasisniveau, voor wie CPAP-behandeling geen optie (meer) is kan een
combinatie van ingrepen op gehemelte en tongbasis niveau worden overwogen
(multilevel chirurgie).
Een bimaxillaire osteotomie wordt beschouwd als een zeer effectieve behandeling bij
patiënten met een matig tot ernstig OSAS, bij wie behandelingen zoals CPAP of MRA
niet het gewenste effect geven of tot acceptatieproblemen leiden. Deze operatie kan
ook worden overwogen indien andere chirurgische behandelingen onvoldoende effect
hebben of door patiënt worden afgewezen.
Ten slotte is er ook nog een tracheotomie, een chirurgische behandeling waarbij een
buisje via een snede in de hals in de luchtpijp van de patiënt wordt aangebracht.
Tracheotomie is een laatste redmiddel voor patiënten met ernstig OSAS bij wie
andere behandelingen niet geslaagd zijn.