Hoe maakt men rode wijn:
Rode wijn wordt gemaakt van blauwe druiven die men een aantal weken laat gisten.
Men laat de druiven met schil, pitjes, sap en vruchtvlees gisten voor een 2-tal weken.
De kleurtint verandert naargelang hoe ouder de wijn is. Jonge rode wijn is vaak paars van kleur.
Van welke druivensoorten maakt men rode wijn:
De druif bepaalt de smaak van rode wijn. Er zijn verschillende blauwe druivenrassen met een typische smaak.
Nummer 1 van de druivensoorten is de Cabernet Sauvignon met hun typische zwarte bessensmaak en een houtachtig aroma. Deze rode wijndruifsoort bevat veel tanines en wordt voornamelijk gekweekt in het zuiden van Europa.
Merlot is de basis van heel wat bordeauxwijnen. Een totaal andere smaak dan de Cabernet Sauvignon en bevat heel wat minder tanines. Deze druif vindt men tegenwoordig in elk wijnproducerend land.
Pinot Noir is de tegenhanger van Carbernet Sauvignon. Soepel van smaak en rijker aan zuren. Is ook moeilijker te planten.
Cabernet Franc is de basis van heel wat loirewijnen. Fruitige zomerwijn. Is ondergeschikt aan de Cabernet Sauvignon maar ze worden veel samen gebruikt evenals met de Merlot.
De grenachedruif is een Spaanse druif. Deze druif heeft weinig kleur en weinig schil en wordt veel gemengd met andere druifsoorten.
Malbec is een Franse druif maar wordt nu veel in Argentinië geteelt. Deze druif bevat ontzettend veel kleurstof en tanines.
Petit Verdot is één van de 5 bordeauxdruiven. Geeft veel pittigheid aan de wijn. Deze wordt meestal gebruikt samen met een andere wijn.
