Woningcorporaties zijn vaak “sociale” organisaties. Zij willen alle middelen gebruiken alvorens zij een huurder definitief uit huis zetten. Zij gebruiken daarbij steeds vaker een laatste kans overeenkomst. Zo’n overeenkomst wordt ingezet als de woningcorporatie in het bezit is van vonnis van de rechter om de huurovereenkomst te ontbinden. En de woning te ontruimen. Hiermee wordt aan de huurder nog een laatste kans geboden. De huurder mag in dit geval in de woning verblijven. Maar zoals het Gerechtshof Den Haag in haar uitspraak van 25 juli 2017 omschrijft: “eens houdt het op”.
Uitspraak Gerechtshof Den Haag 25 juli 2017
De feiten en omstandigheden
De woningcorporatie verhuurde vanaf 5 december 2013 een woning aan huurster (hierna; X). Reden hiervoor was dat de rechter de eerdere huurovereenkomst had ontbonden in verband met ernstige overlast. De overlast bestond uit onder andere overlast door haar honden (blaffen, urineren op plaatsen waar dit niet gewenst was). Ook was er sprake van geluidsoverlast.
Er was sprake van een laatste kans overeenkomst. In de laatste kans overeenkomst waren een aantal voorwaarden opgenomen. Huurster diende zich drie jaar lang aan deze voorwaarden te houden. Het ging er hier met name om het accepteren van zorgverlening.
De overlast ging echter door. Ook wees huurster de hulpverlening af. Daarnaast weigerde zij om medewerkers van de woningbouw in haar huis toe te laten. Hierdoor gedroeg huurster zich gedurende lange periode niet als een goed huurder. Terwijl dit wel werd verwacht.
Oordeel Gerechtshof
Het hof oordeelde dat de overlast zo erg was, dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming niet meer tegen te houden was. X heeft veel kansen gehad. Daarnaast is meerdere malen hulp aangeboden. Zoals het hof omschrijft “eens houdt het op”.