De huidige motoren in moderne auto’s worden bijna met de dag geavanceerder. Dit vraag wel om betere eisen voor motorolie. Vrijwel alle moderne motoren werken het beste op zo dun mogelijke motorolie. De viscositeit van motorolie speelt dan ook een steeds belangrijkere rol in de keuze voor motorolie en dan vooral bij moderne auto’s. De olie moet bij koud weer zo dun mogelijk blijven, maar bij warm weer mag de olie niet te dun blijven en moet het dikker blijven.

Welke viscositeit kiezen?

Het belangrijkste advies betreffende motorolie is om altijd de olie te kiezen die is beschreven in de handleiding van de auto. Is de viscositeit 20W50, dan is dit een soort olie die voor hele moderne auto’s niet geschikt is. De 20 die staat voor koude temperaturen is nog aan de vrij hoge kant en dus te dik. Er is namelijk ook motorolie verkrijgbaar van 0, 5 of 10, die een stuk dunner en ook geschikter zijn. De 50 is ook vrij dik bij hoge temperaturen. Voor nieuwe auto’s wordt dan vaak 30 of 40 gebruikt. Voor oudere en klassieke auto’s is deze viscositeit goed. De motoren van oudere auto’s zijn niet zo gevoelig en zullen dus beter op deze motorolie reageren.

Toch afwijken van viscositeit?

Je kunt afwijken van de geschikte viscositeit van je auto, maar dit is absoluut af te raden voor hele nieuwe auto’s. Bij koude temperaturen is een zo laag mogelijke viscositeit voor nieuwe auto’s belangrijk, anders zal de auto veel moeilijker starten. Bij warme temperaturen moet de motor goed gesmeerd blijven, dus dan moet de viscositeit hoog zijn. Dit is overigens voor nieuwe auto’s wel minder geworden en is 50 tegenwoordig niet meer nodig. Wil je toch afwijken kies dan voor een monograde motorolie. Hierbij voldoet de viscositeit aan één standaard viscositeitsklasse, meestal 20 voor koude temperaturen en 40 bij warm weer. Maar wederom de belangrijkste tip: enkel voor oudere voertuigen, gebruik bij nieuwe voertuigen enkel de voorgeschreven viscositeit.